Mag de jury even uit de band springen en de gekte laten zegevieren? Vast en zeker. De oh’s en ah’s – gevolgd door intense verbazing – scheerden over de vergadertafel na de aanblik van Machiel Braaksma’s in eigen beheer uitgegeven Harrekrammele, zonder twijfel de markantste inzending. Een koekoeksjong is het, zonder meer. Harrekrammele is ‘een Friese, puntige en authentieke uitroep van afschuw of teleurstelling, gebruikt wanneer er iets misgaat.’ Hier is het woord gepromoveerd tot stationsnaam, in een megalomaan ogend boek in oblong formaat dat vertelt over het reilen en zeilen rond treinstation Harrekrammele, waar dieren het commando voeren.
‘Een groot boek is meestal een brevet van onvermogen,’ luidde het pertinent bij één jurylid. Maar algauw overheerste de bewondering voor dit ‘Gesamtkunstwerk’ waarin maquettes, fotografie, grafische vormgeving én boekbindwijze zich verenigen. Een boek vol rare bouwsels en gedachtesprongen is het bovendien. In eerste instantie was er lof voor de fotografie van de meticuleus uitgewerkte stationssituaties, vervolgens voor het opmerkelijke bindwerk met de boekschroeven die het een industrieel karakter geven, om nog te zwijgen van de glij-ijzers en de rode schapenleren rug met krokoprint.
‘Dit is gemaakt om te overdonderen en is heerlijk kitscherig,’ klonk het. ‘Te groot, te glossy, een totaal fout boek, maar tóch!’ De inhoud legitimeert geheel de vorm van dit vijfjarige do it yourself-project. Alle aspecten kloppen hier in hun overdaad.