‘Een aardig boekje, een fraai boekje, een vriendelijk boekje,’ zo gonsde het in een stemmenballet rondom de jurytafel toen Voor we met z’n allen uit elkaar vallen van Bart Moeyaert voorlag. Deze nieuwjaarslezing voor het filosofisch genootschap Het zoekend hert past in de reeks van uitgeverij Luster waarin bekende schrijvers een essayistisch onderwerp naar keuze aansnijden. De serie loopt al enkele jaren. Het format en de behandeling door vormgever Steven Theunis (Armée de Verre) genereren ‘een spontaneïteit die leuk aanvoelt’, zo klonk het meteen. ‘Al is de typografie niet perfect, dit leest toch wel heel erg lekker en het oogt fris.’
Het boek is met veel liefde in elkaar gezet, met het duidelijke oogmerk er een lichtvoetig geschenkboekje van te maken, ‘charmant en zonder pretentie’. Precies daardoor sprong deze publicatie eruit. Waren er dan geen plots opstekende twijfels? Jazeker. De band zit een beetje onbeholpen en ongelukkig geprangd, vond de een. En de cover, tja, goud met geel, Griekse motieven, en die simulatie van houten boekenplanken, moest dat allemaal zo opzichtig? ‘Dat is van een zekere overdaad,’ opperde een ander. Maar uiteindelijk groeide er een milde consensus. ‘Hier wordt kitsch op een juiste en accurate manier ingezet.’