Ook al bestaan er goede ontwerpers die niet kunnen koken, toch hebben koken en boeken maken veel met elkaar te maken. Denk aan het belang van goede ingrediënten, het kenmerk van gelaagdheid, de geleding in voor-, hoofd- en nagerecht, respectievelijk voor-, hoofd- en nawerk, de rol van dosering, timing en improvisatie. Deze parallel werd onontkoombaar toen er een kookboek op de jurytafel verscheen dat geschreven en ontworpen is door een en dezelfde persoon, een grafisch ontwerper die in Italië aan de slag is gegaan als kok.
Koken tussen vulkanen richt zich op de keuken van Zuid-Italië en houdt het hele boek door de historie scherp in het oog. Uiterst rechts op elke spread valt te zien hoe lang de ingrediënten die op de onderhavige spread verwerkt worden al meegaan – voor een enkel jurylid was deze regelmaat iets te veel van het goede. Postzegelgrote foto’tjes verduidelijken de recepten en trekken een lange neus naar de paginagrote ‘kookporno’ die in dit boekgenre verplicht lijkt.
Het boek is afgewerkt met een open rug, zodat het ook zonder de hulp van een perspex kookboekenstandaard op het aanrecht goed openligt. Een dubbel dekblad van ruw karton voorop en achterop smeekt dan ook om sporen van vet en vocht. De frisgroene ruglijm perst zich in de hartpagina’s als opschietende tuinkers het boek in.