Een opdracht van het Rijksmuseum verschafte fotograaf Henk Wildschut twee jaar de tijd om de voedselproductie in Nederland in beeld te brengen. Elke pagina van zijn boek Voedsel herinnert je eraan dat intensieve voedselproductie vooral preventieve geneeskunde is. Dat komt in de eerste plaats door de verteltrant.
In het hoofdgedeelte zijn de beelden ruim in steriel wit gezet en procesmatig gegroepeerd, met de producten kriskras door elkaar. Van kuikens naar plantjes naar fokstieren naar kleedruimtes naar visfilets. Tegen het eind zijn er twee katernen op mintgroen papier waar de productiebedrijven een naam en een gezicht krijgen en de beelden op klein formaat herhaald worden, nu met bijschriften.
Stevige navigatie verbindt beide gedeelten. Wie de tijd neemt voor het boek ervaart de functionaliteit van die navigatie. Bovendien is ze sfeerbepalend – alsof we door een protocol bladeren. Af en toe komen portretten van medewerkers op dunner papier voorbij, bij wijze van pauze in de alomtegenwoordige afstandelijkheid.
Dat het boek de jury niet stormenderhand veroverde kan te maken hebben met de geringe aaibaarheid van het onderwerp. Maar al pratende groeide de waardering. ‘Het laat zien wat wij niet willen weten.’