China urbaniseert in adembenemend tempo en Shanghai is booming. De Nederlandse publicist Harry den Hartog is in Shanghai goed thuis en hij zorgde voor deze bundel over de stadsuitbreidingen daar. Het is een dichtbevolkt boek geworden, in Engels en Chinees, dat een enorme hoeveelheid informatie en beelden bevat.
Alles is trefzeker geordend. De tekstbijdragen staan op grijzig papier, Engels links, Chinees rechts. Steunillustraties zijn nu eens in clusters van 16 op aflopende spreads tegen elkaar aangezet, dan weer met drie tot vijf stuks op een pagina royaal in het wit geplaatst, of samen met de noten in de vluchtkolom. Alle beelden op klein formaat zijn leesbaar gebleven. Chinees loopt een stuk korter dan Engels, dat levert extra pagina’s op voor beelden, kaartjes en infographics.
De nieuwe wijken en het leven dat een gegoede middenklasse daar leidt, worden gepresenteerd op dik, spekglad hoogglanspapier, dat enkele juryleden in het verkeerde keelgat schoot. ‘Zó vies. Een laminaatvloerbedekking in een mooi boek.’
Natuurlijk wordt er met dat opgevoerde contrast tussen twee papiersoorten iets bedoeld. Het gaat om wijken die de tekentafel nauwelijks ontgroeid zijn, waar het leven nog overheen moet. Wijken bovendien waarvoor oude halflandelijkheid meedogenloos is weggebuldozerd. Wijken ten slotte waar af en toe oudere Europese bouwstijlen onbekommerd worden overgedaan. Opeens sta je oog in oog met de Voorburgse buitenplaats Hofwijck – in Shanghai. Zo bekeken wordt de keuze voor een spooky papiersoort ten minste verklaarbaar.