Pakpapier, dat was het wat de jury bracht tot dit boek met installaties, beelden en werken op papier van Rob Voerman. Pakpapier maakt nieuwsgierig, roept verwachtingen op. Het is dankbaar materiaal, of je nu visueel, tactiel of zelfs auditief bent ingesteld. Waar zoveel zinnen gestreeld worden, daar kan ook verleid worden. In het geval van Aftermath werden de juryleden door het pakpapier om en in het boek verleid om over het in hun ogen minder geslaagde voorplat heen te stappen.
Er blijft namelijk genoeg te genieten over. De afwisseling van pakpapier en wit papier in het binnenwerk is simpel en consequent. Steeds een omsteker van Bruinpak om een katern wit. Geheel volgens de regelen der visuele vertelkunst raken we vertrouwd met het werk van Voerman. We zien werken op papier in een veelheid aan technieken. En bouwsels van sloophout, golfkarton en gekleurde stukjes glas, soms hutjes, soms machines. Allemaal gaat het over ruimte en over onze wereld.
In de weergave wisselen exterieuren en interieuren elkaar af, gekaderde foto’s en aflopers, totalen en details. Het draaiboek lijkt zich weinig aan te trekken van de kraftvellen die af en toe voorbijkomen. Zo zien we spreadbrede foto’s half in kleur op wit en half in zwart op kraft. Het roept een bonkig en ruw gevoel op en dat is hier op zijn plaats. Als de zaalwacht even niet kijkt en je streelt over een hutje van Voerman, dan heb je een splinter in je hand. Dat gevoel.