Ook juryleden die lieten weten geen
affiniteit met de modetekeningen van Piet Paris te hebben werden door
hebberigheid bevangen toen ze het boek over Paris’ werk in handen kregen. Waar zoiets gebeurt, moeten er dwingende kwaliteiten in het spel zijn. Zoals daar zijn het formaat, de band, het papiergebruik en de blonde sfeer.
Het formaat maakte discussie los. Juryleden vroegen zich af of Paris’ werk niet even goed op een bescheidener formaat tot zijn recht gekomen zou zijn. Door de meesten werd de keuze voor een formaat in de buurt van dat van een modeglossy een juiste geacht. De genoemde hebberigheid wordt al bij eerste aanraking met het stof-achtige bandmateriaal opgeroepen.
In het binnenwerk worden verschillende
clusters binnen het werk van Paris van elkaar gescheiden door omgestoken dunne pagina’s. Ze bevatten een introducerende tekst en een door Paris geleverde art-decotitel in elegant doorzicht.
De typografie van voorwerk en tussenteksten schurkt bekwaam tegen de tekeningen aan. Ze helpt om de blik scherp te stellen op witwerking en lijnenspel. De strakke regie laat ruimte voor enige losse variaties, zoals een tip-in, tinten op de scheidingspagina’s en een uitslaander.
Achteraf
De ontwerpers laten ons weten dat de titels op de dunne pagina’s niet, zoals de jury veronderstelt, door Piet Paris zijn aangeleverd, maar door henzelf zijn ontworpen op basis van de huisstijl die zij eerder voor Piet Paris ontwierpen.