Voor Koos Breukels eerste solo in Parijs werden 39 van zijn portretten in een boekje bijeengebracht, gesandwicht tussen Franse en Engelse tekst.
Ook het jurylid dat de ontwerpaanpak aan de voorzichtige kant vond, ging mee in de waardering voor het bescheiden formaat van het boekje, de papierkeuze en de technische verwerking van de foto’s. Veel fotoboeken ontlenen vandaag de dag hun kracht aan ver opgevoerde zwarte inktgeving op de drukpers – met een moddervette aanblik als gevolg. In deze portretten zitten net zo goed kracht en tekening, maar die zijn beteugeld in een dofzachte toon die samen met het Breukeliaanse clair-obscur een gevoel van mededogen oproept. Terwijl het om indringende portretten gaat – voor een enkel jurylid bijna té indringend. Kleur en zwart-wit, volbezette spreads en blanco pagina’s wisselen elkaar uitgekiend af.
Metallic blauw op het stofomslag, de schutbladen en de boekrug. En lekker geen tekst op het voorplat. Een Breukel-portret is namelijk al signatuur genoeg.