De in zwart gedrukte titel en flaptekst zijn gedrukt op ongestreken koningsblauw papier. Afhankelijk van hoe het licht valt is de tekst de ene keer beter leesbaar dan de andere keer. Dit effect is bijna een letterlijke vertaalslag van hoe de door Robert van Altena geïnterviewde schilder Steven Aalders in zijn relaas abstracte schilderkunst belicht. Deze markante pocket weet namelijk een, voor een groot publiek, lastig onderwerp als abstracte kunst middels een vraaggesprek over het werk van Aalders en dat van collega-kunstenaars speels en licht uit te leggen.
Het is een boekje waarvan je, al voor je weet waar het over gaat, hebberig wordt. Doordat er gele en oranje pagina’s zijn ingelast, ontstaat er een prachtig, subtiel patroon ‘op snede’. Deze ingreep, waarvan op het eind pas duidelijk wordt waarom die is gedaan, is een haarscherp voorbeeld hoe effectief en vindingrijk een boekconcept in al zijn eenvoud kan zijn.
De informatieve tekst en het daarbij behorende beeld zijn op de kleine pagina’s overzichtelijk met elkaar verbonden. Het gebruik van halve witregels om in de lopende tekst kleine afbeeldingen ter illustratie te kunnen invoegen, zorgt ervoor dat de tekst niet registert. Dat is echter geen bezwaar, het is een acceptabele consequentie van het grondidee om met de vormgeving het verhaal van een associatief vraaggesprek aan de hand van voorbeelden te ondersteunen. En de illustraties staan in dit boek midden in de tekst geplaatst. Eigenlijk precies zoals Vincent van Gogh dat deed met de schetsjes in zijn brieven.
Dat een uitgeverij als Prometheus dit kleinood heeft uitgegeven stemt hoopvol. Mag dit alstublieft een voorbeeld zijn?