Enthousiast was de jury over deze eigentijds vormgegeven publicaties: de Engelstalige handelseditie en de Nederlandstalige De Roos-editie, waarbij de makers niet in de val zijn getrapt om in het idioom van Helmut Salden (1910-1996) te blijven hangen. Beide boeken reflecteren op fraaie en klassieke wijze het handmatige en speelse werk van Salden. En dat oeuvre is als ‘oogsnoep’, zeker als je het op deze adequate manier verwerkt.
De flatbook-bindwijze hebben we vaker voorbij zien komen, maar deze is werkelijk fantastisch op de rug bedrukt. De eerste en laatste pagina’s van het boekblok, die de tekstuele duiding bevatten, zijn van een kleur die je direct met oude archiefkaarten associeert. Die associatie wordt versterkt als je de massief voelende, zware pagina’s doorbladert. Simpel doch doeltreffend.
Het was de jury niet duidelijk waarom de handelseditie en de bibliofiele De Roos-editie als serie werden ingezonden. De ‘luxe’ editie, waarvan we het zetwerk in de fraaie Salden Roman net wat bekoorlijker vinden dan dat van de Engelstalige, werden als extra’s een enkele foto en een vertaling gegund, maar verder zagen we geen wijzigingen in productie. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het niet bepaald ruimhartig is dat de publieksversie deze extra’s mist. Afgezien van het feit dat de twee archiefkleuren zo lekker met elkaar matchen, is het geen duo.