In de sector van het klassieke leesboek werd deze jury, net als veel van zijn voorgangers, getroffen door een beeldschoon omslag van Anneke Germers dat uitmunt in kleurgevoel en compositie. Het boek van Haafner is in alle opzichten op en top verzorgd.
Met de serie Feniks brengt uitgeverij Athenaeum–Polak & Van Gennep oudere Nederlandse teksten opnieuw tot leven door ze te hertalen en waar nodig in te korten of anderszins te bewerken voor moderne lezers. In dit geval gaat het om een kleurrijk en meeslepend reisverslag van Jacob Haafner uit India in 1808. Alle Feniksboeken worden voorzien van een informatieve inleiding en een verantwoording.
Het binnenwerk werd verzorgd door Hannie Pijnappels die ook de vier kaarten maakte van de Indiase kustlijn, de route die Haafner aflegde per ‘palanquin’ ofwel draagstoel.
Op het omslag, dat met zijn kleurcontrasten en de toepassing van een stippellijn aansluit op de vormgeving van andere klassieke Athenaeumreeksen, staat een Indiase devedaschie. Deze danseres voor de goden, een gravure naar een tekening van Haafner, verwijst ook naar de liefde die de auteur voor een van hen opvatte. Buiten een portret van zeden en gebruiken is het boek echter eveneens een aanklacht tegen kolonialisme.