Om dit verslag goed te kunnen interpreteren moeten we eerst modeontwerper Martin Margiela aanhalen, die ooit aan een van de aanwezige juryleden vertelde dat een goed zittend jasje voor hem het minst interessante kledingstuk is. Een goed jasje moet een relatie aangaan met de drager en mag daarom ook nét een beetje te krap (of te ruim) zitten. En dat kunnen we ook van dit boek zeggen. Op de leesbaarheid valt niets af te dingen, de cartografie is voorbeeldig en het schitterende omslag, voorzien van een goed diepliggende zwarte matte foliedruk, intrigeert. De oplossingen om deze enorme hoeveelheid informatie te rangschikken zijn goed gekozen. Maar de marges worden wel opgezocht door onder andere de krappe bijschriften bij de foto’s. En overal in het boek wordt – net als het onderwerp – om de beschikbare ruimte gestreden. Echter, omdat je ziet dat het hier niet om onkunde gaat, maar waarschijnlijk een vorm van eigenwijsheid betreft, maakt dat het geheel welbeschouwd best spannend.
Het boek is wel iets te automatisch gebonden, de harde inlegrug veroorzaakt een diepe kneep. Dat had voorkomen kunnen worden door een dunner ruggenbord te gebruiken; jammer, want nu valt het boek niet soepel open. Ook in dat opzicht dus feitelijk meer een strak gesneden Italiaans dan een Engels maatpak.