Het eerste boek over de Amsterdamse grachten verscheen rond 1770, met de gevelwanden in prent gebracht. Er volgden er meer, tot en met De grachten van Amsterdam in 2013. Nu zijn de gevelwanden in kleur gefotografeerd, de iepen zonder blad, de luchten naderhand geëgaliseerd. Die kleurenfoto’s lopen bovenaan de pagina door het hele boek heen. Ze zijn relatief klein, een goede keuze, want iedereen kan de gevels in het echt nalopen.
De rest van het boek presenteert vooral de rijkdom die achter die smalle gevels schuilgaat. Inderdaad 400 jaar bouwen, wonen, werken en leven, zoals de ondertitel belooft. Hier is gekozen voor een levendige afwisseling van details, noodgedwongen niet in lijn met de volledigheid van de gevels. Die afwisseling laat je alle hoeken van de geschiedenis zien, met een rijke variatie aan beeldmateriaal.
Het stramien met de tekst in twee kolommen toont zich nergens rigide. De navigatie doet geruisloos haar werk, de bijschriften zijn naar bevind van zaken geplaatst, de tussenkoppen zijn journalistiek.
‘Het zou pas écht verbazend zijn als zo’n boek er niet goed uit zou zien,’ opperde het jurylid dat reserves had. De anderen beaamden dat, maar vonden het geen reden om het boek buiten de selectie te laten. ‘Een klus van jewelste.’